Lava Literair 14.1

Literair tijdschrift waarin het gedicht/verhaal Woestijn is gepubliceerd.

.

Woestijn is oorspronkelijk geschreven voor de afstudeersolo van Rutger Dornseiffen aan de acteursopleiding in Utrecht. Het stuk werd door hem gespeeld in februari en maart 2007. Het gedicht/verhaal gebaseerd op deze  monoloog stond in het literair tijdschrift Lava (nummer 14.1) en kreeg een eervolle vermelding van de jury van de HC Trofee 2007.

.

Uit het juryrapport (jury Wiljan van den Akker en Ronald Giphart):
Van Maaike Bergstra uit Utrecht prijst de jury het beklemmende gedichtverhaal Woestijn, met de korte afgemeten zinnetjes die tikken als de wijzers van klokken, een verhaal dat de lezer doet dorsten naar meer.

.

aan het zanderige pad
zit een man op een bankje in de berm
hij draagt vale versleten kleding
als ik langsloop zegt hij
ik ben blind
ik blijf staan
ik kijk naar zijn ogen
hij ziet er niet blind uit
hij kijkt me aandachtig aan
ik ga naast hem zitten
de man legt een hand op mijn been
hij knijpt er zachtjes in
ik weet niet wat ik moet zeggen
hij heeft glanzende, lange, schone nagels
hoor je me?
vraagt hij – ik knik
we zitten zwijgend naast elkaar
dan laat hij mijn been los, staat op en loopt weg
telkens als ik over het zanderige pad naar het dorp toe loop
hoop ik dat hij op dat bankje zit
soms ga ik zitten wachten
en kijk ik naar de wolken stof die over het pad geblazen worden
maar hij is er nooit
als ik thuis kom zit mijn vader in zijn stoel in de huiskamer zonder het licht aan
hij zegt niets
maar kijkt me wel aan als ik binnen kom

ze laat de deur te hard dichtvallen
dat is het eerste wat ik van haar hoor
ze is blond en lijkt te groot voor de grijze keuken
om de vingers van haar handen zitten grote rode en oranje ringen
ze praat veel en papa en daniël luisteren
ze hebben tickets gekocht
zegt ze
ik zie boontjes vermalen worden tussen haar tanden
ze gaan samen een paar weken naar thailand
rondreizen met hun rugzakken
van noord naar zuid
pa kijkt naar haar borsten
als hij doorheeft dat ik hem zie
kijkt hij snel naar zijn bord en dan naar haar gezicht
haar stem is te hoog voor de kleine keuken
ze gebruikt teveel woorden
en de ruimte is te klein
ze blijft slapen
ik hoor uit de kamer van daniël nog lang geluid en gelach
als ik wakker word zijn ze al vertrokken

de volgende keer dat daniël thuiskomt
vraagt hij mij hoe het met mij gaat
hij zegt me
hoe hij het waardeert dat ik werk
en voor pa zorg en dat hij kan studeren
hoe hij zich zorgen over mij maakt
dat ik mensen moet leren kennen
ik kijk naar zijn mond die maar praat en praat en praat
naar zijn tong en zijn lippen
naar zijn adamsappel die beweegt
naar zijn ogen die me iets duidelijk willen maken
dan leg ik mijn vinger op zijn lippen
hij zwijgt en kijkt me fronsend aan
ik beweeg mijn hand naar zijn wang
en kus hem op zijn mond
lang, zacht
dan loop ik de keuken uit
en ga ik op mijn kamer in mijn bed liggen